Hoe laat je een groep cursisten verder kijken dan de techniek en het narratief van een schilderwerk? De tentoonstelling Painting after Painting inspireerde Liesbet, educatief medewerker beeldende kunsten, tot een schilderreeks rond thematische keuzes en motieven.
Eerst worden deelnemers uitgebreid rondgeleid door de expo, met schilderijen van meer dan 70 jonge, in België wonende kunstenaars. Nadien gaan ze ook zelf in het atelier aan de slag.
Liesbet Verschueren, educatieve medewerker methodiek en beeld, vertelt hoe het opzet van deze reeks vorm kreeg.
Ik heb de tentoonstelling intussen zes keer bezocht. Bij het eerste bezoek was ik verbaasd over de (op het eerste zicht) luchtige verhalen en persoonlijke onderwerpen in de werken. Is er hier dan niemand die het over de oorlogen heeft? (De vraag is natuurlijk of kunst niet gewoon een esthetisch gevoel of harmonie of weerzin mag oproepen ... Maar dat is een andere kwestie.)
Waar zijn de kunstenaars als pleitbezorgers voor verandering?
Het leek alsof deze jonge schilders enkel teruggrijpen naar de eigen kleine wereld. Maar gaandeweg, door telkens weer terug te keren naar de tentoonstelling, zag ik juist in die persoonlijke verhalen een reactie of een blik op de maatschappij.
De werken in Painting after Painting balanceren tussen het universele en het persoonlijke. Op het eerste zicht lijkt het alsof kunstenaars afstand nemen van de geschiedenis en politieke toestand, maar tegelijk geven ze commentaar op de wereld via een intieme, bijna dagboekachtige sfeer.
Ook al lijkt het werk meer vanuit introspectie te zijn ontstaan, toch is het nodig om als toeschouwer uit te zoomen.
Hoe kunnen we het universele ontdekken in het particuliere? Dat werd de insteek van de cursus. Vier keer bezoek ik daarom samen met de groep de expo, vanuit vier verschillende thematische invalshoeken: thuis, identiteit, picturale traditie, metafoor.
Opvallend zijn de verhalen in de schilderijen, vaak met het eigen leefmilieu als onderwerp. Het thema ‘thuis’ en ‘zich (niet) thuis voelen’ komt in variabele vormen, prominent of subtiel naar voren in heel wat werk van de jongste generatie in deze expo.
Laten we eens kijken naar 'Koude Schotel' van Kristof Santy.
Op welke manier is dit beeld je vertrouwd? Welke associaties heb je met dit beeld? Aan wie of wat denk je? Welke gelegenheid? In hoeverre is dit een maaltijd die jij herkent?
Het stilleven als ‘maaltijd’ blijft standhouden als genre doorheen de kunstgeschiedenis. Deze etenswaren worden tot quasi geometrische vormen herleid en in opgehoogde kleuren met zorg geordend op een schaal.
Wie kent de typisch Vlaamse traditie van de koude schotel bij familiefeesten? Wie kent onze eigen lokale gebruiken nog? Als we uitzoomen en aandacht geven aan de betekenis van dit werk zou je het kunnen lezen als een behoefte aan geborgenheid, het melancholisch verlangen naar de eigen volkscultuur. Alsof Kristof Santy met dit stilleven wil vertellen van waar ie afkomstig is, de vertrouwde plek waar ie zich veilig voelt in een gemondialiseerde wereld.
Welke voorwerpen en etenswaren verbeelden voor jou het begrip ‘thuis’?
Dit begrip ‘zich thuisvoelen’ zien we op een andere manier terugkomen in de schilderijen van Shirley Villavicencio Pizango, met beelden van een ontspannen vriendenkliek in een gezellige huiskamer bevolkt met Peruaanse objecten en textiel, met verwijzingen naar Matisse en Picasso.
Welke objecten herken je? Wat is er opvallend aan de invulling van de ‘kamer’? Hier zijn personages aanwezig. Wat kan je aflezen aan de houding? Wat is de gelegenheid? Wie zijn ze, wat doen ze?
Shirley woont in Gent en geeft met dit kleurrijke tafereel een beeld weer van haar bestaan in een mix van culturen. De personages met witte monden verwijzen naar het onvermogen om te spreken in een wereld waar ‘de andere’ niet thuishoort. Dit kleurrijke beeld met geposeerde figuren in een samengesteld decor leest als een statement.
Welke tradities, mensengroepen en objecten zou jij op één beeld samenbrengen om te refereren naar jouw roots?
Een derde kunstenaar gaat anders te werk. Geen anekdotes en persoonlijke verwijzingen deze keer.
Diego Herman toont met Remain Silent een landschap met draadafsluiting. De kleuren verwijzen naar radars, infraroodcamera en sensoren om mensen tegen te houden om een nieuw land te bereiken. Zijn schilderijen creëren bewustzijn over hedendaagse thema’s als ontheemding, identiteit en menselijkheid.
Het landschap als plaats waar hij als mens met multiculturele roots niet welkom is en zich niet thuis kan voelen. Deze barrières en grenzen, verlaten ruimtes en wilde wolven, in onnatuurlijk kleurenpalet geschilderd, overstijgen het alledaagse en worden zo een gezicht van onze maatschappij.
Wat zijn architecturale ingrepen die het heen en weer gaan van mensen beïnvloeden? Op welke openbare plaatsen voel jij je (niet) thuis?
Welke plaatsen doen je welkom voelen? Welke geven je eerder de boodschap te moeten opkrassen? Hoe worden wij in het oog gehouden? Waaraan ligt dat? Zijn er plaatsen waar jij je welkom voelt maar waarvan je vermoedt dat nieuwkomers zich niet thuis kunnen voelen?



