Fan van Scandinavische misdaadverhalen? Of meer van middeleeuwse broeders in mysterieuze kloosters? Dat maakt voorlopig niet uit. Waar het wel om gaat: waar moet je aan denken als je zelf een misdaadverhaal wil schrijven?
We onderzoeken alle - zo niet, dan toch vele - elementen van het misdaadverhaal: van de dader(s) en slachtoffers(s) tot speurder(s) en hun entourage(s), van verschillende motieven, alibi’s en de plaats(en) delict tot het technisch onderzoek en de eventuele (misleidende) ontknoping. Welke mogelijkheden zijn er? Wat gebeurt er als je je plaats delict verandert, of eventueel van slachtoffer wisselt? Is bezwarend materiaal gevonden zonder huiszoekingsbevel wel geldig, of hoe vind je sporen zonder kennis van DNA en of het uitlezen van mobieltjes?
Bij alle elementen zoeken we wat het betekent en hoe we het kunnen toepassen of er de nodige info over kunnen vinden. We koppelen het aan korte schrijfoefeningen en leggen zo misschien de basis van een eigen misdaadverhaal. Maar we vertrekken altijd van bestaande misdaadverhalen, die we zelf meebrengen. Omdat we ze (al dan niet) graag gelezen hebben, of omdat we het stiekem zelf eens willen proberen. Het schrijven, uiteraard.
Op www.opek.be vind je meer info over de bereikbaarheid en toegankelijkheid. Bij de eerste sessie word je onthaald door iemand van WISPER die je vertelt waar in/rond het gebouw je precies moet zijn.
Goed om weten als je hier een hele dag cursus volgt: voor de middagpauze kan je zelf een lunch meebrengen, ter plaatse iets bestellen in Café Entrepot of iets kopen in de Lidl om de hoek.