Siel is een hedendaagse danser, choreograaf en docent. Ze koestert een diepe fascinatie voor de kracht van lichaamstaal en deinst er niet voor terug om taboes naar het podium te brengen. Ze ontwikkelde een eigen danstherapeutische techniek en zit vol plannen die ze daarmee de komende jaren stuk voor stuk wil realiseren.
Wanneer kwam jouw dans-dna voor het eerst tot uiting?
Mijn eerste dansperformances stelden niet veel voor: ik was vier jaar en gooide met een mandje op mijn hoofd wat glitters in het rond (lacht). Van de klassieke balletopleiding aan de amateurschool ging het toen naar De Kunsthumaniora in Antwerpen en nadien de Salzburg Experimental Academy of Dance in Oostenrijk.
Ik heb het daarbij altijd belangrijk gevonden om het artiest zijn vanuit zoveel mogelijk verschillende perspectieven te kennen én kunnen. Bij het dansen en choreograferen komen zoveel andere dingen kijken. Daarom werkte ik ook als light & stage manager en volgde ik aanvullend een Hata Yoga teacher training course en een managementsopleiding aan UCLL. En op dit moment ben ik bezig met mijn educatieve bachelor!
Zijn er thema’s die jou als maker bijzonder fascineren?
Mijn eigen ervaringen zijn de rode draad én de drijfveer van mijn creaties. Lange tijd was ik me daar zelfs niet bewust van, tot ik eens een artist statement moest schrijven en besefte: bewegen en creëren maakt deel uit van mijn eigen verwerkingsproces. Het is mijn manier om moeilijke onderwerpen of ervaringen bespreekbaar te maken en te delen met anderen. Vanuit die redenering ontwikkelde ik ook een eigen danstherapeutische techniek.
Van conceptueel idee naar concrete bewegingen: het is voor velen een raadselachtig proces. Hoe begeleid je zoiets als docent/choreograaf?
Ik vertrek zelf vaak vanuit improvisatie en zelfontworpen movement tasks waarbij ik de dansers vraag om hun beweging te laten leiden door een herinnering, een state of mind, een schrijfopdracht rond een emotie,... Het laten ontstaan van bewegingen is een enorm persoonlijk proces. Ik vind het dan ook belangrijk om open te staan voor de input van alle dansers en performers van een groep waar ik mee samenwerk, ook al is die heel verschillend van mijn eigen input over het thema waarrond we werken. Het is mijn hoofdtaak om ieders ideeënstroom de vrije loop te laten gaan, en deze als invloed of uitgangspunt te gebruiken.
Kan iedereen leren choreograferen?
(denkt na) In theorie wel, maar de interesse moet er wel zijn. Choreografie heeft geen vast stappenplan dat je onder de knie kunt krijgen en klaar. Er is zelfs niet echt één juiste definitie voor omdat er zoveel verschillende interpretaties en visies rond zijn. Voor mij start choreografie met een soort intuïtie die je leidt. Die intuïtie kan je vervolgens voeden met opleidingen en door naar het werk van anderen te kijken, zodat je eigen choreografische taal ontstaat. Die is cruciaal voor een choreograaf: als je zomaar iets doet, dan gaat dat reflecteren in je werk.
Bewegen en creëren is mijn manier om moeilijke onderwerpen of ervaringen bespreekbaar te maken en te delen met anderen.
Dansen en performen, is dat voor jou hetzelfde?
Ik zie performativity als die extra laag bovenop de technische uitvoering. Performen is voor mij echt een ‘skill’ op zich, en heeft te maken met hoe je via jouw lichaamstaal het publiek en de buitenwereld kunt inviteren in jouw eigen ervaring. Dat is iets heel krachtigs en je merkt het ook onmiddellijk als dat aspect ontbreekt. Dat geldt trouwens niet alleen voor dansers, maar ook voor muzikanten, theaterspelers,...
Welk veelgehoord misverstand over jouw kunstvak wil je bij deze uit de wereld helpen?
Ik sta er vaak van versteld hoe weinig mensen de ‘bigger picture’ zien van het artiestenbestaan. Ze denken dan dat ik dansjes doe op een podium, maar vergeten wat daar allemaal bij komt kijken: intensieve repetities en onderzoeksprocessen, je lichaam mentaal en fysiek gezond houden, subsidiedossieren schrijven, de ticketverkoop organiseren, boekhouding,... Ook als docent word ik vaak geconfronteerd met een veel te onrealistische kijk op dans en choreografie. Het is zoveel meer dan vastgelegde pasjes memoriseren en nadien reproduceren. Ik probeer in mijn lessen dan ook altijd zoveel mogelijk aspecten van het grotere plaatje te belichten: hoe doe je research vanuit een bepaalde vraag of thema, hoe voeg je bewegingen samen, hoe kies je kostuums, decor, licht, hoe noteer je een choreografie, hoe schrijf je een programmaboekje,...
Hoe ziet jouw ultieme droomcursus eruit?
Ik houd ervan wanneer die intense, intieme vibe ontstaat binnen een groep. Die krijg je bijvoorbeeld door samen een tijd naar het buitenland te trekken. Daar zou ik dan het liefst samen een open choreografisch platform creëren, om nieuwe performers en makers de kans te geven om hun eigen artistieke stem te ontwikkelen vanuit emoties, herinneringen, gemoedstoestanden,... En als ik dan nog verder mag dromen, creëren we op die manier een productie waarmee we gaan rondtouren, liefst op ‘site specific’ locaties. Met live muzikanten!
Stel: je krijgt onbeperkte middelen om je ergens volledig in te verdiepen: een techniek, een onderwerp, een oeuvre...
Sowieso wil ik de volgende jaren verder mijn bewegingstherapeutische techniek verder uitdiepen en ontwikkelen, zowel met professionele dansers als met amateurs, jongeren, kinderen,... Ik wil ook heel graag mijn eigen ervaringen als beweger en bewegingstherapeut delen met de volgende generatie. Dat is trouwens geen hypothese, ik ga dat allemaal gewoon doen. (lacht)
Er zijn er die beweren dat therapeutische creatie eerder onder therapie dan onder kunst valt. Wat vind je daarvan?
Waarom kan het niet allebei zijn? Dans en beweging hebben mij zelf door bepaalde trauma’s geholpen, ik kan en wil de twee onmogelijk van elkaar scheiden. Ik kan ook niet zo goed tegen dat cliché van de getormenteerde kunstenaar die zijn trauma’s cultiveert in plaats van ze aan te pakken. Dat gaat volledig voorbij aan de helende kracht van artistieke creatie vanuit eigen persoonlijke, diepmenselijke emoties en ervaringen. Of aan de kracht waarover je als performer beschikt om mensen te laten connecteren met hun eigen gevoelsleven. Ik zie echt niet in waarom je de therapeutische gevolgen daarvan zou willen wegdenken. Dat is het punt van mijn hele filosofie over kunst en dans; taboe moet bespreekbaarder worden en ik wil mijn vak domein daarvoor optimaal inzetten.
Nieuwsgierig naar méér na het lezen van dit interview?