Reindert is onze vaste muziekman in Leuven. Je spot hem vaker mét dan zonder saxofoon en zet je hem in een ruimte met meer dan twee muzikanten, dan is het onvermijdelijk dat daar binnen de kortste keren een jam losbarst. Tijd om de man de sax van het lijf te vragen!
In welke mate zit muziek jou in het bloed?
Mijn beide ouders zijn muzikant dus muziek was altijd een evidentie voor mij als kind. Ik heb zelfs lange tijd gedacht dat iedereen net als wij thuis een aparte muziekkamer had (lacht). De droom om saxofoon te spelen, is er ook al zo lang ik me kan herinneren. Gaandeweg groeide ook het besef dat het mij daarbij niet om die typische jaren ’50 jazz te doen is, dat ik mijn creatief ei anders kwijt moest. Ik ben dan in het singer-songwriten en de elektronische muziek gedoken – twee verschillende genres waar ik nog altijd tussen stuiter als muzikant.
Welke muzikanten vormen een inspiratie voor jou?
Ik kijk enorm op naar muzikanten die muziek ademen, die samenvallen met hun kunstenaarschap. Mensen die het verhaal echt léven. Mijn saxofoonleerkracht John Ruocco was zo iemand. Die man is een levende legende en heeft mij niet alleen leren saxofoonspelen, maar vooral inzicht gegeven in wat het betekent om muzikant te zijn. Zijn verhalen en anekdotes hebben mijn kijk op muziek fundamenteel gevormd.
Je maakt muziek onder de namen Frayhm, Myhriel en Miran. Vanwaar de keuze voor verschillende muzikale alter ego’s?
Niet alles dat ik maak, wil ik per se aan de grote klok hangen. De muziek die onder Myhriel ontstaat, is intiemer en houd ik bewust wat geïsoleerder. Terwijl ik van de Frayhm songs niet liever wil dan dat heel de wereld ze kan horen. Het heeft ongetwijfeld ook te maken met mijn zoektocht als muzikant. Ik heb de drang om iets in de wereld te zetten, maar ben er nog niet 100% achter wat dat moet zijn en hoe het precies moet klinken.
Hoe verhouden het muzieklesgeven en het muziek maken zich tot elkaar voor jou?
Dat heeft in het verleden soms gewrongen omdat ik het gevoel had na het lesgeven geen energie meer te hebben om zelf nog te maken. Bij WISPER is dat allemaal wat meer op zijn plek gevallen. Ik heb er meer ruimte om mezelf te zijn tijdens de workshops, en krijg ook veel voldoening en energie uit de verbinding die je als docent hebt met anderen die allemaal met kunst en muziek bezig zijn.
In muziek gaat het veel meer om klanken en gevoelens dan om akkoorden en symbolen.
Welk misverstand onder muzikanten wil je langs deze weg ontkrachten?
Dat je geen creatieproces zou kunnen aangaan zonder theoretische achtergrond. Soms zit de theorie het intuïtieve aspect van creatie zelfs in de weg. In muziek gaat het veel meer om klanken en gevoelens dan om akkoorden en symbolen.
Dat voel je vroeg of laat wanneer je met andere muzikanten samen in een ruimte kruipt en begint te zoeken: de magie van het maken. Die praktijk, dat al doende zoeken, geeft je als muzikant veel meer tools in handen dan het doorploeteren van tien handboeken. Een goede docent leidt dat zoeken in goede banen in plaats van kant-en-klare antwoorden te geven. Die heb ik zelf trouwens ook niet (lacht).
Welke plannen heb jij met het muziekaanbod van WISPER?
Ik zou heel graag de werelden van producers en (elektronische) muzikanten met elkaar verbinden. De grote, dure opnamestudio’s hebben plaats gemaakt voor een generatie bedroomproducers – kijk maar naar de eerste plaat van Billy Eilish, die is letterlijk op een slaapkamer opgenomen. Maar ondanks die evolutie is er nog altijd een kloof tussen de twee. Enerzijds heb je de producers die technisch supersterk zijn in tracks in elkaar steken, maar vastlopen op aspecten als melodie en harmonie. En anderzijds zijn daar de muzikanten die dat melodische aanvoelen wel hebben, maar de technische kennis niet hebben om de sound te bekomen die ze voor ogen hebben. Dat gat wil ik heel graag dichten.
Je krijgt onbeperkte middelen om de cursus van je dromen te organiseren. Hoe ziet die eruit?
Ik investeer in een gigantische WISPER tourbus en trek daarmee met een stel muzikanten door Europa om in verschillende steden op straat te gaan spelen. Gewoon naar een wildvreemde stad rijden, uitladen en beginnen spelen. Dat is pas verbindend. En welke muzikant wil er nu niet op tour gaan?
Met welke muzikant zou je je wel eens een maand in de studio willen verschansen?
Zonder twijfel Bon Iver. Volgens mij behoren zijn creatieprocessen tot de interessantste uit de muziekgeschiedenis. Aan zijn laatste plaat is jarenlang gewerkt met een gans leger aan muzikanten en producers, maar wist je dat hij zijn allereerste plaat haast per ongeluk heeft opgenomen in een jaaghutje in the middle of nowhere in Wisconsin, met alleen een gitaar en zangmicrofoon?
Welke muzikale tip heb je voor de Wisperlingen?
Voor wie hem nog niet kent: Nils Frahm. Die man heeft de piano echt heruitgevonden als instrument door met elektronica te werken. Hij is dan misschien geen pianovirtuoos in de klassieke zin, maar wel een prachtig voorbeeld van wat er kan gebeuren wanneer de producers- en muzikantenwereld samenkomen.
Nieuwsgierig naar méér na het lezen van dit interview?