Op 2 december komen alle nieuwe voorjaarscursussen online. Schrijf in op de nieuwsbrief om een mail te krijgen wanneer het zover is!

9
dagen
7
uren
15
minuten
54
seconden

Pieter-Jan Jordens

Bezeten door ritme, fan van muzikanten die buiten de lijnen kleuren, trouwe supporter van het oneindige Ableton-potentieel maar overtuigd realist als het op geloof in de romantische muze aankomt: wij pootten drummer Pieter-Jan Jordens neer op het interviewkrukje en dit is wat daarvan terecht kwam.

Pieter-Jan Jordens

/ hoe ziet jouw muzikaal parcours eruit in een notendop?
In het middelbaar volgde ik een paar jaar drumles, maar ironisch genoeg ben ik pas écht veel beginnen oefenen nadat ik daarmee gestopt was. Ik had plots meer inspiratie. En geen zin in mijn huiswerk, dat ook. Eigenlijk ben ik door uitstelgedrag een goede drummer geworden (lacht). Omdat ik wat mensen kende in het akoestiche circuit, belandde ik in de ene folkband na de andere. Niet direct de stijl die ik zelf zou uitkiezen, wel een dankbaar genre omdat er veel podiumkansen in zijn, waardoor ik er positieve energie uit bleef halen.

Toen ik na mijn opleiding aan het RITCS ging werken als podiumtechnicus, conflicteerde dat met mijn activiteiten als muzikant, dus heb ik de stap gezet om enkel te focussen op muziek. Dat lukte nipt door vanalles met elkaar te combineren: lesgeven, sessiewerk, techniek, horecawerk … Nu werk ik halftijds als technieker en steek ik de rest van mijn tijd in muziek. Nog steeds behoorlijk hectisch, wel iets stabieler qua inkomsten.

/ er zit dus een doorzettende autodidact in jou?
Ja, in die zin dat ik altijd al muziek heb uitgekozen waarvan het ritmische aspect me triggerde om het geheel te gaan ontleden. Daardoor weet ik ook dat drum écht mijn instrument is. Andere muzikanten letten eerder op de harmonieprogressie, de klankkleuren van de akkoorden, de melodie – ik raak geïnspireerd door het vertellende van een ritmische sfeer of cadans. Dan wil ik dat zelf nadoen, uitproberen, analyseren.

/ botste je daarbij dan nooit op een leergrens?
Als autodidact word je altijd gedreven door ik wil dat ook kunnen. En dan kan je op twee manieren vast komen te zitten: technisch en inhoudelijk. Op technisch vlak kan je ontmoedigd raken door té ingewikkelde muziek wanneer je er nog niet aan toe bent. Eigenlijk is dat wat een goede leerkracht doet, die reikt dingen aan die nét een paar stapjes voor je liggen maar niet volledig buiten bereik zijn. Als autodidact moet je daar zelf naar op zoek.

Je kan ook inhoudelijk vastlopen, wanneer je even geen muziek meer tegenkomt die een vonk geeft. Maar dan passeert er weer een plaat waar je een jaar zoet mee bent en ben je weer vertrokken. In dat opzicht helpen YouTube en Spotify wel om op inspirerende artiesten te botsen waar je uit jezelf niet naar zou zoeken.

/ bij welke muzikale projecten ben je op dit moment betrokken?
Te veel om ze één voor één op te sommen (lacht). Het leukste aan al die verschillende contexten vind ik dat ze mij de kans geven om mijn instrument op een andere manier te benaderen. Er is natuurlijk de voor de hand liggende functie van een drummer: het tempo bewaken en de rest van de muzikanten in het gareel houden. Maar gelukkig blijft het daar niet bij. Jazz heeft van drum een volwaardig instrument gemaakt en ook de opkomst van elektronische muziek heeft alle percussieve instrumenten een veel centralere plaats gegeven.

Dat betekent niet dat ik als percussionist per se altijd meer op de voorgrond treed, maar wel dat ik meer doe dan een ritmetapijtje leggen onder het geheel. Dat kan zijn door eens het voortouw te nemen met een melodiepartij, maar evengoed door klanken te herdenken en bijvoorbeeld eens de hiat te vervangen door de shaker.

/ is er een project dat je bijzonder nauw aan het hart ligt?
Low Land Home. Een vierkoppig ensemble waarmee we in maart onze eerste plaat uitbrachten en waar we alle vier ons eigen ding in kwijt kunnen. Het is een indie-rock-achtige band en dat genre heeft wel zijn stijl-idiomen waar je een beetje binnen moet passen. Maar ik vind het als muzikant ook interessant om die puzzel op een originele manier te maken en te tonen dat een band veelzijdiger kan zijn dan je verwacht. En dat is ons volgens de pers en recenties ook best goed gelukt.

/ je bent al een paar jaar onze vaste Ableton-man. Wat is jouw eigen link met Ableton?
Voor mij diende het programma eerst vooral om te componeren en arrangementen uit te proberen voor ik ze aan medemuzikanten voorlegde. Maar hoe meer ik me erin ging verdiepen, hoe meer mogelijkheden ik ontdekte. Eigenlijk is Ableton de veruitwendiging van je muzikale fantasie: alles wat je daarvoor moest opschrijven en dan met handen en voeten uitleggen aan medemuzikanten, kan je nu zelf tot leven laten komen. Een jam met jezelf, zeg maar.

Ableton gaat ook veel breder dan elektronische muziek. Ik merk dat ook aan de samenstelling van de cursistengroepen. De meesten bespelen zelf een instrument, maar er zaten ook al mensen tussen die met theater of spoken word bezig zijn en een soundscape willen maken. En ook deelnemers die specifiek willen experimenteren met elekronische muziek, ontdekken al snel dat het potentieel van Ableton oneindig veel groter is. Daarin zit voor mij ook de meerwaarde van zo’n cursus in real life. YouTube staat vol technische tutorials, maar in de cursus ontdek je echt hoe je uit Ableton het maximum kunt halen voor jouw specifieke situatie. .

/ welke muzikanten zou je graag eens uitnodigen voor een jam?
Sowieso zou ik zelf achter de drums willen zitten. En het klein houden. Als je met een grote groep samenspeelt kom je veel sneller in een situatie waarbij iedereen zich houdt aan zijn standaardfunctie binnen de samenstelling – ik vind het juist leuker als dat niet gebeurt, wanneer muzikanten hun eigen instrument op een niet-conventionele manier herinterpreteren. Op dat vlak vind ik Tom Morello en Victor Wooten zeker een inspiratie!

/ is er een quote die typerend is voor jouw muzikantenschap?
Inspiration exists, but it has to find you working. Komt van de bekende schilder Pablo Picasso en strookt helemaal met hoe ik zelf naar het artiest-zijn kijk. Veel kunstenaars hemelen inspiratie op als een soort van romantisch gegeven dat plots magischerwijze in je schoot valt. Maar in het echte leven ken ik toch bitter weinig muzikanten bij wie het zo gebeurt. Ik geloof niet dat inspiratie komt door naar een muur te zitten staren. Je moet er werk en energie in pompen en aanvaarden dat 80% van de invallen die je onderweg krijgt, alsnog voor de vuilbak of voor de kast van vage ideeën zullen zijn. Dat vind ik een pak meer bewonderenswaardig dan zitten wachten op inspiratie ex machina.

Datum bericht vr 18 december '20