Half improvisator, half fotograaf, 100% Wisperling. Je hebt pas echt leren fotograferen bij WISPER nadat je eens een film noir momentje à la Jeroen meemaakte: “Fotografie is altijd een beetje toveren.”
/ wanneer werd de fotograaf in jou wakker?
Als puber vond ik mijn draai niet in het gewoon onderwijs: te veel regels om tussen te laveren, te veel theorie. De kunsthumaniora was een verademing: veel meer vrijheid om de dingen te doen die mij écht boeiden. Met werkgelegenheid in het achterhoofd koos ik nadien eerst grafisch ontwerp boven fotografie. Omdat ik van thuis een dieprood sociaal kader meekreeg en graag met mensen werk, was de lerarenopleiding daar een logisch vervolg op. Uiteindelijk mondde de fotografie-microbe dan toch nog uit in een derde opleiding. In het laatste jaar van mijn fotografiestudie besloot ik verder voor lesgeven te gaan, met fotografie in bijberoep. De laatste tijd werk ik meer en meer autonoom als fotograaf aan mijn eigen oeuvre, zonder opdrachtgever.
/ welk advies zit voor altijd in jouw geheugen gebeiteld?
“Je moet voorbij de verveling gaan.” Dat klopt voor veel fotografen heel sterk. Als je een bepaald onderwerp niet meer kan horen, ruiken of zien, net dán moet je doorzetten. Als je volhoudt, ga je uiteindelijk andere dingen ontdekken: een detail, een bepaald licht, een sfeer. Het is aan jou als fotograaf om dat bloot te leggen: elk banaal onderwerp krijgt een narratieve laag door de manier waarop het gezien wordt.
/ welk misverstand moet je in elke beginnerscursus uit de wereld helpen?
Dat je altijd op manueel zou moeten fotograferen. Bewust fotograferen betekent niet dat je niets meer aan je toestel mag overlaten. Als je snel op situaties moet reageren, zal de camera altijd vlotter de parameters berekenen dan jijjzelf. Maar het blijft een dom toestel dat niet wéét wat het ziet. Als fotograaf heb jij de blik en het brein achter de foto, het is veel belangrijker om dat te controleren dan alle technische instellingen.
/ één van je stokpaardjes: “goed” of “slecht” zijn verboden termen bij foto-analyse.
Dat heb ik eigenlijk van Marissa opgepikt. Het is een simpel trucje dat je dwingt om verder na te denken over wat een beeld met je doet. Natuurlijk is er het eerste, meer technische niveau van beeldbesprekeing: dan gaat het over scherpte, diafragmering, compositie .. In tweede instantie kijk je dan meer inhoudelijk of gevoelsmatig naar een beeld. Waarom vind ik een beeld interessant? Welke element fascineert mij? Om daar een goed antwoord op te geven, is het natuurlijk cruciaal dat je vocabulaire verder raakt dan een goed/slecht beoordeling.
/ hoe ziet de cursus eruit waarin jij volledig je eigen ding mag doen?
Ik zou graag werken met een concept dat dwingt om héél traag en contemplatief te werken. Bijvoorbeeld door in de stijl van magnumfotograaf Alec Soth bij mensen aan te bellen, naar hun leven te vragen en vervolgens één analoog portret te maken. Dat bekent: één kans, erop of eronder. Net als vroeger. De wetenschap dat je geen honderd shots kan maken en daaruit selecteren, zorgt ervoor dat je veel geconcentreerder en bewuster te werk gaat. En het maakt het moment ook veel specialer, net als in de begintijden van de fotografie: je creëert iets als fotograaf en er ontstaat een magische verbondenheid met wie je voor je lens hebt.
/is er een cursusmoment dat je nooit zal vergeten?
Toen ik voor de eerste keer in Sainte-Croix kwam, waande ik me daar ’s avonds echt op een Franse filmset uit de jaren ’40. Het concept voor een film noir fotoshoot kreeg op dat moment spontaan vorm in mijn hoofd en de uitvoering enkele dagen later was fantastisch: heel de groep was mee met het idee en de foto’s die eruit resulteerden waren dan ook heel sterk. Sindsdien is die opdracht een vast hoogtepunt van mijn Sainte-Croix cursusweken geworden.
/ je begeleidde de cursus ‘Lightroom als schildergereedschap’. Zou je graag meer van die speciallekes geven?
Er is veel vraag naar Photoshop- en Lightroomcursussen. Om die binnen het WISPER-aanbod te laten passen, wilden Liesbet en ik er toch een eigen draai aan geven. Zo is het idee ontstaan voor een cursus die Lightroom niet als technische tool, maar als artistiek gereedschap benadert. Eigenlijk hebben we in die cursus alle klassieke regeltjes overboord gegooid: we hebben foto’s vervormd, kleuren aangepast, geschilderd op prints, opnieuw gefotografeerd … Allemaal effecten die de grens tussen fotografie en schilderkunst laten vervagen en meer betrokkenheid creëren bij het ontstaansproces van een latent beeld. Dat vind ik belangrijk, fotografie blijft toch altijd een beetje magie waar we niet meer vaak bij stilstaan. Daarnaast illustreert het opzet van die cursus ook waarom ik zo graag bij WISPER werk: je krijgt als gastdocent heel veel ruimte voor eigen invullingen, ideeën, interpretaties.
/ koester je zelf bepaalde fascinaties als fotograaf?
Fiction friction, de vermenging van waargebeurde feiten en fictie. Op dit moment werk ik aan een eigen reeks met als werktitel Plaats delict. Daarvoor ga ik terug naar exacte plaatsen waar een misdrijf gepleegd werd. Daar is meestal niets tastbaars meer te zien, maar door subtiele enscenering probeer ik de sfeer van dat drama toch weer op te roepen. Niet om de misdaad te verheerlijken of zo, wel om de elektriciteit tussen waargebeurde feiten en scenografie op te roepen. Dat vind ik een heel boeiend spanningsveld.
/ uitsmijtertje. Stel dat we je laten kiezen tussen fotografie en improvisatietheater?
Hmmm, dan moet impro toch sneuvelen. Fotografie is een taal hè, een manier van spreken en communiceren. Maar het feit dat ik al tien jaar met improvisatietheater bezig ben, heeft er wel voor gezorgd dat ik mentaal flexibeler ben als fotograaf. Ik kan veel beter inspelen op situaties en onverwachte omstandigheden. En ik heb er ook meer vertrouwen in dat het uiteindelijk allemaal wel goed zal komen, op het podium en achter de lens.