Bart is theatermaker met wetenschappelijke wortels! Op 18 jaar grabbelde het theatervirus hem zodanig bij de lurven dat hij twee jaar later resoluut zijn studies biochemie & biotechnologie inruilde voor de drama-opleiding. Nu regisseert hij amateurgezelschappen, geef hij les én maakt en speelt hij eigen werk bij zijn eigen gezelschap Collectief Verlof.
/ van de wetenschap naar de planken, hoe ziet dat parcours eruit?
Achteraf gezien was theater altijd al wat ik wilde doen, maar het heeft even geduurd tot ik er helemaal voor durfde gaan. Ik heb ook lang oprecht gedacht dat ik eigenlijk niets te vertellen had. Op mijn achttiende stond ik voor het eerst op de planken bij het amateurgezelschapje in ons dorp. Toen de jeugdafdeling ermee stopte, heb ik daar de regie overgenomen en daar is de bal aan het rollen gegaan. Het jaar erop schreef, regisseerde en speelde ik mee in een eigen stuk.
Toen ik daarna meewerkte aan een Macbeth-bewerking in het kader van amateurTONEELhuis, begon het te dagen: hiermee wil ik verder. Toen ik werd toegelaten aan de LUCA School of Arts, voelde ik mij daar in het begin een complete bleu tussen al die medestudenten met een achtergrond van kunsthumaniora en creatieve gezinnen. Maar kijk, intussen ben ik dan toch afgestudeerd (lacht).
/ zitten er nog wetenschappelijke sporen in de manier waarop je met theater bezig bent?
Zeker! De onderzoeker in mij die alles wil bevatten, is nooit ver weg wanneer ik theater maak. Ik wil een materie altijd eerst tot op de bodem uitspitten voor ik er een voorstelling mee maak. En helemaal fantastisch vind ik het wanneer die voorstelling dan als het ware dat onderzoek op scène zet en het publiek aanzet of uitnodigt tot nadenken en dialoog. Dat proberen we met de voorstellingen van Collectief Verlof ook te doen.
/ hoe kwam dat collectief tot stand?
Heleen Desmet en ik leerden elkaar kennen tijdens de drama-opleiding. Er was altijd een enorme klik tussen ons als spelers. Collectief Verlof is vooral ontstaan uit de goesting om ons eigen ding te kunnen blijven doen. We zien het als een soort theaterspeeltuin om wat ons fascineert een plek te kunnen geven, zonder dat we ons daarbij moeten verantwoorden of in de pas van regisseurs moeten lopen.
/ op welke manier maken jullie voorstellingen?
Soms beginnen we rond de tafel, maar heel vaak gaan we meteen de vloer op en kijken we wat er daar ontstaat. We geven elkaar opdrachten en situaties, meestal heel fysiek. En ineens ontstaan er dan momenten en accenten en verwordt dat toevallige materiaal tot bruikbare bouwstenen van een voorstelling.
Bij het maken van die vertaalslag van inhoud naar podium vind ik het heel verrijkend om te gaan kijken bij andere kunstenaars en kunstvormen: dansers, poppenspelers, architectuur, lichtkunstenaars, muzikanten … Soms is die kruisbestuiving letterlijk te zien in de uiteindelijke voorstelling, soms niet. Maar het resultaat is wel altijd gevoed door de gesprekken, ontmoetingen en perspectieven van anderen.
/ is er een uitspraak over theater die er voor jou boenk op is?
Don’t act, just listen. Ik weet niet meer van wie dat citaat komt, maar het is een uitspraak die altijd in mijn achterhoofd spookt tijdens het spelen. Als acteur heb je snel de neiging om op een eilandje te spelen, te veel na te denken. Dan loop je gewoon een pad af dat al helemaal op voorhand uitgestippeld en gekend is. Maar het is juist verfrissend om niet alles op voorhand vast te leggen! Zo word je verrast en gedwongen om elke keer opnieuw te luisteren en te reageren, waardoor je spel iets heel menselijk en naturel krijgt.
Als docent probeer ik ook altijd faalplezier bij te brengen. Heerlijk woord, toch? Even de mist in gaan op scène is echt niet het einde van de wereld, op voorwaarde dat je plezier kunt hebben in je eigen fouten.
/ met welke maker of speler zou je graag eens samenwerken?
Dat is een lange lijst! Pieter en Jakob Ampe, Tania Van der Sanden, Peter De Graef … Als ik denk aan spelers of makers die mij allemaal boeien, dan zit daar niet echt een rode draad in, mijn interesses gaan alle kanten op. Ik zeg ja op elk voorstel, op voorwaarde dat het mij iets nieuws brengt en mij toestaat grenzen op te zoeken. Daarom zou ik ook nooit exclusief bij één gezelschap blijven voor de rest van mijn leven. Ik wil juist heel veel verschillende invalshoeken en inspiratie opzoeken.
/ kan jij iedereen leren acteren?
Ken je de analogie van het glas water? Het water is het talent, het glas de techniek. Als je zuiver uit talent speelt, dan zal het wel goed zijn, maar ook all over the place. Techniek kan talent samenballen en krachtiger maken. Omgekeerd kan je technisch heel goed spelen, maar als je er echt geen aanleg voor hebt, gaat dat nooit zo sterk overkomen. Nu ja, uiteindelijk is er voor een goede acteur geen absolute, objectieve maatstaf: je bent altijd afhankelijk van je publiek. Dan vind ik dat je jezelf beter de vraag kunt stellen: heb ik er plezier in en zien anderen het graag?
/ je begeleidt ook de cursus acteren voor anderstaligen. Geen evidentie, toch?
Theater wordt traditioneel gezien als iets heel talig, maar hoe belangrijk is taal om te communiceren met een voorstelling? Hoeveel moet je van de woorden begrijpen om emoties of een verhaal binnen te krijgen als publiek? En in hoeverre kan je taaloverschrijdend werken tussen verschillende spelers? Dat vind ik zo’n boeiend onderzoek dat ik puur uit nieuwsgierigheid meteen ja heb gezegd op deze cursus.
/ Nog zo’n huzarenstukje: onze beruchte speedproducties!
Of je nu een jaar hebt of 14 dagen, je maakt een voorstelling op de tijd die je krijgt. Het geweldige aan zo’n speedproductie is dat je meteen in de rush belandt van de laatste twee weken voor een première: het moment waarop er vanalles gebeurt en je de ene knoop na de andere moet doorhakken. Tijdens een speedproductie zit het tempo enorm hoog. Je kan niet rond de pot draaien, er zit niets anders op dan ja zeggen op elk idee, uitproberen, weggooien, aanpassen, varianten zoeken, doorgaan.
Cruciaal daarbij is je eigen ego aan de kant zetten. Als iedereen speelt alsof zijn medespeler de hoofdrol heeft, dan marcheert een scène. En wat daar uiteindelijk allemaal uitkomt, is voor mij even spannend als voor de groep. Maar de ervaring leert me dat het altijd goedkomt, als je je maar smijt!