Anna is 25 jaar en woont in Gent, ze volgde Performance Art aan het KASK in Gent en daarvoor de opleiding theaterdocent in Nederland. Geïnspireerd door science-fiction, de toekomst en nieuwsgierigheid creëert ze het liefst samen met anderen nieuwe werelden waarin alles mogelijk is.
Hoe is jouw passie voor performance art ontstaan?
Als kind en tiener heb ik veel intensief gedanst. Op mijn 16e switchte ik naar theater, maar daarbij voelde ik dan weer dat ik veel visueler wilde werken. Ik wilde geen tekst en woorden, maar beweging en beeld. In performance vond ik een soort tussenwereld waarin al die dingen samenkomen. Omdat de kunstvorm nog zo jong is, zijn er ook veel minder vaste regels en dat vind ik heel fijn.
Hoe zou jij performance art omschrijven?
Om het zo eenvoudig mogelijk te zeggen: ik ben een kunstenaar maar ik werk niet met penselen of een doek maar met mijn lichaam en verhalen. Niet persé in de vorm van dans of theater maar iets wat daartussenin of daarbuiten is.
Wat vind je het interessantste aan performance art?
Ik vind de cross-over tussen verschillende kunstvormen heel interessant, je zit niet vast aan de regels van een discipline. Bij een theatervoorstelling weet je dat het publiek stil in de tribune zit tot het einde. Of bij een museumbezoek mag je kijken maar niet aankomen. Maar bijvoorbeeld bij een theatrale performance in een museum, kan je met die regels spelen en dat vind ik tof. Anderzijds kan je in performance ook een andere soort van relatie en samenwerking aangaan met het publiek. Ik werk graag met mensen samen, liefst al tijdens het maakproces dat aan de performance voorafgaat. Zo was mijn afstudeerperformance een bordspel waarbij ik wel modereerde, maar het publiek ook een actieve rol had en dingen moest vertellen, dobbelstenen gooien, opdrachten uitvoeren...
Hoe zit jouw artistiek proces eruit?
Ik begin meestal met lezen. Ik hou enorm van research en die fase duurt bij mij ook meestal heel lang. Ik lees dan een hele stapel boeken terwijl ik gedachten opschrijf. Zo wordt langzaam duidelijk wat het onderwerp of het thema zal zijn. Hoe het daarna verder gaat verschilt van project tot project. Wat ik momenteel graag doe is mensen buiten de kunsten erbij betrekken, gesprekken met hen voeren, samen tot nieuwe inzichten komen die we dan omvormen tot iets fysiek.
Welke boeken lees je dan meestal?
De afgelopen jaren zijn het vooral filosofieboeken, vaak vanuit feminisme. Ik ben vorig jaar in Donna Haraway gedoken. Zij schrijft nu veel over ecofeminisme en over hoe alle wezens, dus niet alleen mensen maar ook planten en bacteriën met elkaar verbonden zijn en voor elkaar verantwoordelijk zijn. Daarnaast heb ik veel boeken van Sophie Lewis gelezen. Zij is ook een ecofeminist die schrijft over hoe we onze vormen van zorg en van familie kunnen herdenken en hervormgeven. Ik ben dus volledig into ecofeminisme de laatste tijd (lacht).
Omdat de kunstvorm 'performance' nog zo jong is, zijn er ook veel minder vaste regels.
Je werkt vaak rond science-fiction en de toekomst. Kan je uitleggen hoe die onderwerpen naarvoor komen in jouw werk?
Dat is heel uiteenlopend, ik ben super gefascineerd door science-fiction, zowel in boeken als in films en series. Het hier en nu voelt soms al heel vaststaand maar in de toekomst is nog alles mogelijk, dat vind ik heel bevrijdend. In kunst kan je samen die toekomst vormgeven en fantaseren over hoe het anders zou kunnen. In het bordspelproject waar ik over vertelde heb ik een jaar lang samengewerkt met ouderen in een dagverzorgingscentrum. Ik vroeg hen hoe het over honderd jaar zou kunnen zijn. Daarna hebben we dat proces vertaald naar een bordspel waar je als toeschouwer mee wordt uitgedaagd om te fantaseren over de toekomst.
Ook nieuwsgierigheid vind je heel belangrijk, hoe probeer je dat te triggeren bij mensen wanneer je lesgeeft?
Nieuwsgierigheid is mijn lievelingseigenschap van de mens. Daardoor ga je oprecht luisteren, oprecht kijken, daardoor ben je benieuwd naar een ander. Ik denk dat het heel belangrijk is om niet zo individueel te zijn maar om je tot de ander te verhouden. Dat is iets wat ik niet alleen in kunst wil terugzien maar ook in de lessen. Nieuwsgierigheid naar de tools van performance, maar ook naar elkaar. Ik spoor mensen in een cursus aan om veel te kijken naar elkaar en zich af te vragen wat een ander doet, hoe een ander de opdracht aanpakt, hoe dat werkt voor hen en welke emoties of welk gevoel zij daarbij krijgen. Op die manier probeer ik zoveel mogelijk nieuwsgierigheid in mijn lessen te verweven.
Wat kunnen cursisten verwachten wanneer ze een cursus bij jou komen volgen?
Ze kunnen verwachten dat mijn lessen altijd fysieke elementen zullen hebben. Ik hou enorm van bewegen, je wordt dan anders geactiveerd. Als ik bijvoorbeeld in mijn kunstonderzoek aan het lezen ben dan wissel ik dat af met beweging, anders verdwijn ik in mijn hoofd. Daarnaast zullen we waarschijnlijk niet al te veel met tekst werken en meer met beeld. Ten slotte kunnen ze een verweving van verschillende kunstdisciplines verwachten. Mijn lessen zullen deels linken aan theater, aan beeld en aan beweging. Die drie dingen komen altijd samen in mijn werk.
Welke werken of artiesten inspireren jou?
Afgelopen week was er in de 404 het Women and Children first festival. Daar heb ik een diner-performance gezien van Samah Hijawi waarbij de toeschouwers met elkaar aan tafel zitten en dingen proefden. Samah vertelde daar dan verhalen bij, over de ingrediënten en hun geschiedenis. Die performance bevond zich tussen een diner, een voorstelling en een moment van samenzijn zonder de regels van theater. Op hetzelfde festival zag ik een stuk van Louise Ashcroft. Zowel haar workshop als haar stand-up theaterstuk gingen over het wel of niet hebben van kinderen binnen een queer relatie, dus wanneer het niet zomaar biologisch te verwekken is. Ze combineerde humor met theorie en ergens ook de pijnlijkheid van het onderwerp. Dat kwam heel mooi samen.
Wat zijn jouw dromen als docent en/of als maker?
Ik heb nog heel veel dromen (lacht). Ik vind het zo tof aan lesgeven dat je niet persé bezig bent met mensen die professioneel met kunst bezig zijn maar wel super veel passie ervoor hebben. Die gedeelde passie is gewoon zo fijn om te hebben. Ik zou heel graag een project doen waarin ik samenwerk met zowel kunstenaars als met mensen in de zorg: zorgmedewerkers, jongeren in de jeugdzorg en mensen in een psychiatrisch ziekenhuis bijvoorbeeld. Ik wil graag onderzoeken hoe al die mensen kunnen samenkomen en hoe we een gedeeld project kunnen vormgeven. Wat dat dan ook mag worden. Een project waarin we samenkomen, samen methodieken ontwikkelen zodat we tot iets komen, maar nog niet weten wat. Het verbinden en het nieuwsgierig zijn naar elkaar is voor mij ultiem.
Foto's: Lukas Neeven
Nieuwsgierig naar méér na het lezen van dit interview?